Minister Agema (VWS) en minister Van Hijum (SZW) hebben vragen beantwoord over de ontwikkelingen rond zelfstandige zorgprofessionals (zzp’ers in de zorg).
Zzp’ers in de zorg en schijnzelfstandigheid: antwoorden vanuit het kabinet

Schijnzelfstandigheid en arbeidsrecht
Schijnzelfstandigheid ontstaat wanneer iemand werkt als zelfstandige, maar er volgens het arbeidsrecht sprake is van een arbeidsovereenkomst. In de Deliveroo-uitspraak benadrukte de Hoge Raad dat alle omstandigheden van de arbeidsrelatie samen bepalend zijn. Voorbeelden die wijzen op werknemerschap zijn vaste werktijden, het gebruik van bedrijfskleding of materiaal van de opdrachtgever.



Beperktere rol van modelovereenkomsten
Een modelovereenkomst beschrijft de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Toch bepaalt vooral de dagelijkse praktijk of sprake is van schijnzelfstandigheid. Daarom heeft het kabinet besloten dat vanaf 6 september 2024 geen nieuwe modelovereenkomsten meer worden beoordeeld.
Bestaande goedgekeurde modelovereenkomsten blijven geldig tot eind 2029, mits ze voldoen aan de actuele wet- en regelgeving. De Belastingdienst kan een goedkeuring intrekken als de praktijk afwijkt van de afspraken of bij nieuwe jurisprudentie.
Gevolgen voor zelfstandige zorgprofessionals
Er zijn tot nu toe weinig signalen dat veel zzp’ers hun werkzaamheden stoppen. Wel zien zorginstellingen de aanscherping als een kans om het aantal schijnzelfstandigen terug te dringen en te zorgen voor een betere balans tussen personeel in loondienst en externe krachten. Overgangsproblemen blijven niet uit, maar er zijn ook voorbeelden waarbij de capaciteit na tijdelijke afschaling snel weer is opgeschaald en de tevredenheid onder personeel en cliënten is toegenomen.
Focus op goed werkgeverschap
De veranderingen brengen voor sommige organisaties tijdelijk hogere werkdruk en capaciteitsproblemen mee. Tegelijkertijd investeren veel zorgwerkgevers al in goed en modern werkgeverschap om aantrekkelijk te blijven voor medewerkers.
Bij huisartsenorganisaties wordt gekeken hoe extra administratieve lasten voorkomen kunnen worden, maar de inhuurreden verandert niets aan de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Regionaal werkgeverschap als oplossing
Op langere termijn wordt regionaal werkgeverschap als een kans gezien. Hierbij kunnen zorgprofessionals flexibel in loondienst werken voor meerdere organisaties binnen een regio. Dit voorkomt schijnzelfstandigheid en houdt commerciële detacheerders buiten de deur, wat de kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg ten goede moet komen.
Opheffen handhavingsmoratorium
Vanaf 1 januari 2025 kan de Belastingdienst bij signalen van schijnzelfstandigheid weer handhaven en naheffingen opleggen. Hoewel dit tijdelijk kan leiden tot roosterproblemen, verwachten de ministers dat de voordelen opwegen tegen de situatie vóór opheffing van het moratorium. Er zijn op dit moment geen signalen dat er regio’s of subsectoren in de zorg vastlopen.

Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)
De WAB beoogt het vaste contract aantrekkelijker te maken, maar verandert niets aan de criteria voor schijnzelfstandigheid. Flexibele inzet van vast personeel blijft mogelijk, bijvoorbeeld via jaarurennormen. Ook blijft het afsluiten van tijdelijke contracten onder de WAB gewoon mogelijk.
Flexibele inzet in de zorg
Veel organisaties combineren nu al vaste contracten met flexibele inzet, zoals via pools, detachering of uitzendbureaus. Regionaal werkgeverschap biedt daarbij extra mogelijkheden om flexibel werken in loondienst te organiseren, een wens die breed leeft onder zorgprofessionals én werkgevers.