De staatssecretaris gaat niet in cassatie tegen een uitspraak over de gebruiksvergoeding voor kamers in de privéwoning t.b.v. de onderneming. De vraag was of voor dit gebruik een bedrag ten laste van de winst mocht worden gebracht.
Vermogensetikettering
In redelijkheid mag een ondernemer vermogensbestanddelen die hij zakelijk en privé gebruikt toerekenen aan het ondernemingsvermogen of het privévermogen. Voor het gebruik binnen de onderneming van een privévermogensbestanddeel mag een zakelijke gebruiksvergoeding ten laste van de winst worden gebracht. Zo wordt voorkomen dat een voordeel tot de winst uit onderneming wordt gerekend dat niet in de uitoefening van de onderneming is ontstaan. In de wet is uitdrukkelijk bepaald dat voor een werkruimte in de woning van de ondernemer, die door de ondernemer zelf wordt gebruikt, geen vergoeding ten laste van de winst mag worden gebracht.
Werkruimte?
Voor Hof Den Bosch speelde de vraag of de voor een B&B gebruikte ruimtes in de eigen woning werkruimtes voor de ondernemer waren. De woning was privévermogen. Volgens het hof is dat niet het geval. De ruimtes werden gebruikt door de gasten van de ondernemer en waren niet bestemd voor feitelijk gebruik door de ondernemer zelf. Dat betekende dat een gebruiksvergoeding voor het gebruik binnen de onderneming van deze ruimtes ten laste van de winst mocht worden gebracht.
Gebruiksvergoeding
De aftrek van de gebruiksvergoeding is beperkt tot het voordeel dat in box 3 is toe te rekenen aan de ruimtes in de woning. Door het gebruik van de ruimtes binnen de onderneming vielen deze niet meer onder de eigenwoningregeling van box 1. De waarde van deze ruimtes moest aan het vermogen in box 3 worden toegerekend. De gebruiksvergoeding die ten laste van de winst mocht worden gebracht was 4% van deze waarde.
Volgens de staatssecretaris is de door het hof gegeven uitleg juist.